Herinneringen aan overmorgen
ISBN:9789077649114 Martin Bonnie
Een ontmoeting met een Gids, die alles uitlegt op spiritueel en mystiek gebied. Een pracht goed leesbaar boek. Die begind met de vraag van een kind, die vraag wat er gebeurd na de dood.
Dit boek verbindt enkele psychologische aspecten van ons dagelijkse gedrag, met meerdere inzichten vanuit de ons omringende spirituele wereld. Het verschaft inzicht in oorzaak en gevolg van onze menselijke en meestentijds volslagen onbewust gebleven gedachten en gedragingen. Afkomstig van ons eigen ego. Daardoor zijn we niet bewust van de enorme macht die het ego over ons denken, spreken en handelen heeft.
Proloog
‘Pap, wat gebeurt er met de doden? ’Ik vroeg het aan een deel van een lijf met twee benen. Want meer zag ik niet van hem. Ik bukte en keek onder de auto om zijn gezicht te kunnen zien.
‘Die gaan naar God,’ antwoordde hij, terwijl hij mij aankeek van onder onze auto vandaan. Het was best wel een koddig gezicht hem daar zo op zijn rug te zien liggen, zijn hoofd een beetje schuin om vanonder die glimmende achterkant van de auto te kunnen kijken. Op zijn gezicht zaten enkele diepzwarte vegen. Net deze zwarte vegen maakten het beeld zo koddig. Het spul op zijn gezicht leek op zwarte schoensmeer. En schoensmeer kende ik. Pap wist veel. Hij wist bijna alles omdat hij welhaast overal een antwoord op had. Daarom dat ik hem die vraag stelde.
‘Dat bedoel ik niet. Wat gebeurt er met dode mensen? Als ze dood zijn gegaan, bedoel ik.’‘Wat zijn dat voor soort vragen.?,’ blijkbaar dacht hij nu even na, want hij keek heel gewichtig. ‘Maar goed, als je dat interesseert,’ sprak hij en kwam onder de auto vandaan. Pap zag blijkbaar in dat hij meer aandacht aan mijn vragen moest schenken.‘Dode mensen worden begraven of gecremeerd,’ antwoordde hij nadat hij moeizaam onder de auto vandaan was gekomen.‘ Wat is dat, gekreemeert?’
Hij ging rechtop zitten. Hij leunde gemakkelijk tegen die blinkende en glimmende achterste rand van onze auto. Hij steunde op zijn linkerbil en graaide in zijn broekzak. Zomaar met zijn vuile hand. Op zijn handen zat ook dat rare soort schoensmeer. Ma zou boos worden, wist ik, want zijn broek werd nu natuurlijk ook vuil. Blijkbaar interesseerde hem dat niet. Hij haalde zijn sigaretten te voorschijn. Rechts, want zijn sigaretten zaten altijd in zijn rechterbroekzak. Een blauwwit gekleurd pakje Roxy sigaretten kwam te voorschijn. Op het pakje stond een steigerend wit paard. Dat een paard zoiets kon, op twee benen staan. Bijna even rechtop als een mens. Hij draaide op zijn andere bil en graaide nu met zijn andere vuile hand in de andere broekzak. Zijn aansteker zat links, samen met zijn rozenkrans en een zakdoek die hij ook altijd bij zich droeg. Dat wist ik allemaal al van hem.
Hij tikte een sigaret uit het pakje en begon het overbekende magische ritueel. Hij klopte met één kant van de sigaret enkele keren op iets hards. Alsof hij die bruine korreltjes daarin moest aanstampen. Nu was dat harde de auto. Meestal was het echter de tafel en soms, echt heel soms de onderkant van zijn linkerschoen. Toen stak hij het puntje van die sigaret aan door aan de aangeklopte kant te zuigen terwijl hij bij de andere kant het vlammetje van zijn aansteker hield. Het topje van het vlammetje precies onder het puntje. Dat moest blijkbaar zo, want dat hoorde bij het ritueel, wist ik. Ik keek gefascineerd toe.
Het overbekende vertrouwenwekkende en vertrouwde ritueel. Als hij met deze plechtigheid bezig was, kon je aan de manier waarop hij dat deed zien hoe zijn humeur was. Nu was hij in een goed humeur, constateerde ik. En dus durfde ik verder te vragen. Blijkbaar was zijn humeur zelfs zo goed dat hij zichzelf een pauze gunde. En zo had hij meteen ook even tijd voor mij. Typisch pap.‘Gecreemeert. Zo spreek je dat woord uit en het betekent het verbranden van de dode lichamen van gstorven mensen.
Dat verbranden gebeurt in een speciaal daarvoor gebouwde soort grote oven. En zo’n oven voor dode mensen noemen we een crematorium. In Weert is er één. Die is het dichtst bij.’ Ook weer typisch pap. Een hoop dingen vertellen zonder werkelijk op de vraag in te gaan. Maar pap begreep mijn vraag niet helemaal. Of helemaal niet, dus vroeg ik verder.
‘Ja, maar wat gebeurt er dan met alles wat die doden weten? Ik bedoel..,’ en ik dacht heel aandachtig na wat ik eigenlijk precies bedoelde. Gelukkig liet hij mij voor de afwisseling eens uitspreken. Hij keek mij op een geamuseerde manier aan. Ergens voelde ik dat hij trots was op het feit dat ik nadacht. En dat dit de reden was dat hij nu even zijn mond hield. Ik bedoel dat hij mij niet in de rede viel of voor mij de dingen alvast invulde. Zoals zo vaak gebeurde.‘Ik denk eh...,’ ging ik hakkelend van al die aandacht verder, ‘dat als oude mensen dood gaan, alles wat ze weten en geleerd hebben, weg gaat. Weg is. Dat is wat ik bedoel. Oude mensen weten heel veel en dan gaan ze allemaal dood. Dus alles dat ze weten en geleerd hebben verdwijnt. Zomaar. Ik bedoel eh... waar blijft dat dan? De meester heeft gisteren gezegd dat nooit iets verloren gaat. Hij noemde dat een overal geldende wet. Van de natuur of zoiets...’
‘Ik geloof dat jouw meester gelijk heeft. Maar hij bedoelde waarschijnlijk iets anders. In de natuur gaat ook nooit iets verloren. Afval is weer voedsel voor iets anders. Begrijp je? Van jouw poep zouden planten kunnen leven. Maar dat doen we niet met de poep van kleine jongetjes, maar wel bijvoor-beeld met de poep van paarden of koeien. Mest noemen we die poep. Maar wat jij bedoelt, al hetgeen de mensen die dood gaan ooit geleerd hebben. Tja...’
Pa krabde zich even op het hoofd en vervolgde snel: ‘En wat daarna gebeurt, weet ik ook niet. Daar heb ik nog nooit over nagedacht. En jij hoeft daar trouwens ook niet over na te denken, want dat zijn geen normale vragen voor kleine jongetjes. Ga maar achter in de tuin spelen, in plaats van je hoofdje over dit soort vragen te breken.’ Pa draaide zich om en ging weer verder met waar hij mee bezig was. De sigaret in de mondhoek bungelend, kroop hij weer half onder de auto. Dat was nu blijkbaar belangrijker voor hem dan het beantwoorden van mijn dringende vragen. ‘Ja maar, waarom is Jezus dan doodgemaakt?’ probeerde ik nog, maar pap antwoordde niet. Kennelijk had hij mij en mijn vragen alweer vergeten...
Dit was de allereerste keer - ergens eind jaren vijftig van de 20ste eeuw - dat ik ervoer dat grote mensen niet alle antwoorden weten. Zelfs antwoorden op de meest simpele vragen weten ze vaak niet eens. Simpele vragen die alleen kleine jongetjes weten te bedenken. Of kleine meisjes, natuurlijk. Sedertdien zijn er een groot aantal jaren voorbij gegaan. Vader is inmiddels al langere tijd overleden, mijn moeder nog veel langer geleden. En nog steeds zoek ik naar allerlei antwoorden maar, het wordt steeds duidelijker. Dus is er nog hoop... Het aantal vragen is niettemin gegroeid met mijn ouder worden. Omdat elk mogelijk antwoord heel vaak weer nieuwe vragen op-roept. Hele simpele vragen vaak.De meest simpele vraag luidt: Wie ben ik? Een andere simpele vraag luidt: Wat kom ik hier op deze aarde doen?
Het zal duidelijk zijn dat de antwoorden op deze simpele vragen niet zo simpel zijn als ze lijken. Doch langzaam maar zeker begint het bij mij een klein beetje te dagen. Niet dat ik zo aanmatigend ben dat ik denk dat ik nu alle vragen kan beantwoorden. Verre van dat zelfs. Het duidelijke, paradoxale en indringende besef dat ik nog steeds niets weet, groeit met elk verkregen antwoord. Maar één ding heb ik inmiddels wel geleerd.
En dat ene wil ik met u, lezer, delen. Mogelijk hebt u er iets aan gedurende het verdere verloop van uw leven.
Inmiddels ben ik er achter gekomen dat de werkelijke en passende antwoorden vaak van een compleet ander niveau zijn dan het niveau waarop die vragen gesteld kunnen worden. En dat de antwoorden vaak op de meest bizarre manieren gegeven worden. De antwoorden worden namelijk niet door andere mensen maar door jezelf gegeven! Zo heb ik het althans ervaren. Ook begrijp ik inmiddels dat al die schijnbaar losstaande antwoorden in de vorm van een soort van legpuzzel komen. Stukjes die eerst volslagen betekenisloos leken, krijgen na verloop van tijd vorm, kleur en inhoud door andere stukjes van diezelfde puzzel. Die enorme en ingewikkelde puzzel die ons aller leven heet te zijn. Al die stukjes vallen ooit samen, zo is mijn ervaring. Zelfs als die stukjes in eerste instantie ogenschijnlijk niets met elkaar gemeen hadden. Het woord ogenschijnlijk bedoel ik hier echt volkomen letterlijk, zoals veel dat in dit boek beschreven staat volkomen letterlijk is op te vatten. Schijnend door de ogen. Door de ogen van ons mensen gezien.
En dan... Dan opeens geschiedt het wonder. De wonderlijke ingeving van de intuïtie laat de echte werkelijkheid zien, in plaats van de illusie, die wij telkens opnieuw onszelf voor de enige bestaanbare werkelijkheid voorgehouden hebben. Uiteindelijk, na vaak lange tijd, blijken die puzzelstukjes wonderwel precies in elkaar te passen. Wonderbaarlijk gewoon. Ook nu weer in de meest letterlijke betekenis. Als van een wonder. En toch heel gewoon.Want inmiddels is het me volstrekt duidelijk: wonderen zijn in onze wonderbaarlijke wereld heel gewoon. Wonderen zijn zelfs de meest normale zaak van de wereld. Het wonder van een verkregen antwoord. Ik verbaas me daar steeds weer opnieuw over, hoe simpel antwoorden soms kunnen zijn. Op de meest ingewikkelde vragen zijn de antwoorden vaak heel simpel, als je ze naar het andere niveau weet te tillen. Dat optillen naar het andere niveau is de kunst, zo heb ik inmiddels geleerd. Verbazingwekkend en toch heel gewoon. Doch de legpuzzel van vragen is immens groot en voor ons mensen erg onoverzichtelijk.
Daar komt geen einde aan in dit aardse leven. Maar daarover verderop in dit boek meer. Wij allen zijn, ieder voor zich op de wijze die hem of haar het meeste past, op zoek naar velerlei antwoorden. Op gestelde doch vooral op de veelal niet gestelde vragen. En weet u wat ik eigenlijk het aller leukste vind?
Dat wij met z’n allen op deze aarde deze geweldig ingewikkelde en enorm grote legpuzzel van vragen en mogelijke antwoorden voortdurend zelf creëren. U en ik voegen telkens opnieuw vele ingewikkelde stukjes aan die gigantische legpuzzel toe. We gaan er maar mee door, waardoor de puzzel ogenschijnlijk groter en groter wordt. En natuurlijk dientengevolge ogenschijnlijk ook ingewikkelder. Helaas beseffen we vaak nog niet eens dat we die puzzel, met elke door onszelf gecreëerde gebeurtenis, iets groter maken. Alhoewel ik beslist niet zou willen beweren dat enkel het maken van al die stukjes iets negatiefs zou zijn. Integendeel zelfs, ook al kunnen mensen onvoorstelbaar wreed zijn en ongelooflijk wrede dingen doen. Het is naar mijn stellige opvatting zelfs één van de diepere essenties van het leven. Leven is het zoeken naar alle mogelijke antwoorden. Het antwoord op het grote “waarom” van dit alles. Om uiteindelijk de sluier waarachter de werkelijke waarheid schuil gaat, een klein stukje op te kunnen lichten. Soms, echt heel soms, vragen we ons misschien verwonderd af hoe we überhaupt aan een antwoord zijn gekomen. Zo druk zijn we meestal met het oproepen van nieuwe vragen in de weer. Of met de aardse beslommeringen van het leven van alledag.
Ergens is er onder u mogelijk een enkeling die diep van binnen iets van een antwoord beseft, misschien. Heel, heel erg diep van binnen. Mogelijk bent u, als lezer, deze enkeling omdat ook u naar antwoorden dorst. En daarom dit boek ter hand genomen hebt. Als dit zo is, zult u zich wellicht vaak een roepende in de woestijn gevoeld hebben. Net zoals ik mijzelf vaak die roepende gevoeld heb. Heel vaak zelfs. Ik heb me schor ge-schreeuwd.
Inleiding
Dit boek is feitelijk net zo’n soort puzzel. Het gaat over die andere puzzel die leven heet. De losse stukjes die, al verder levend en onderwijl zoekend naar antwoorden op hun plaats gingen vallen. De antwoorden die ik uiteindelijk op de een of andere manier heb mogen ontvangen. Destillerend uit vele van die losse, her en der gevonden stukjes. Maar het plaatje van mijn puzzel is nog lang niet compleet. Dat kan ook niet anders, daar ikzelf nog steeds puzzelstukjes aan datzelfde leven, mijn leven, toevoeg. Gewoon, omdat ik nog steeds mag rondlopen op deze prach-tige en wonderbaarlijke aarde. Aldus ga ik verder en verder met het vergaren van de puzzelstukjes. Om zo te proberen om tenminste een deel van die puzzel compleet te krijgen. Misschien wordt het plaatje op sommige punten iets duidelijker, maar de meeste mensen hebben er hoogstwaarschijnlijk geen flauw idee van, wat het uiteindelijk gaat voorstellen. Het plaatje van het voorbeeld ontbreekt namelijk, zo denken we veelal. Dat voorbeeld ontbreekt ogenschijnlijk voor ieders puzzel. Op zijn best is het een voorbeeldfiguur uit een zeer ver verleden. Een Heilige, een Godheid misschien, of een Profeet. Wellicht een grote Meester. Voorbeelden waarvan we aannemen dat de sagen en verhalen over die geleefde levens ons tot voorbeeld kunnen strekken. Hetgeen ze in feite veelal ook doen. Soms is het plaatje een vaag en wazig beeld uit een zeer ver verleden. Terwijl we het werkelijke en waarachtige antwoord feitelijk al lang al weten. We herinneren het ons alleen niet meer. Laat staan dat wij naar die zeer diepgaande levensinzichten leven. Of kunnen leven, zelfs. Maar daarover zo dadelijk meer.
Wij mensen bestaan, mijns inziens, tegelijkertijd op een drietal uitermate verschillende niveaus. Deze verschillende niveaus zijn onderling zeer sterk verbonden en niet van elkaar los te koppelen of uit te zetten. Daar bestaat geen knop-je voor in ons wezen. Evenmin als dat het leven een pauzeknopje bezit. Deze - ik noem het Goddelijk - drie-eenheid zijn de zeer sterk verweven doch verschillende niveaus waarop wij bestaan. En elke wijziging die aangebracht wordt in één van die drie niveaus heeft onmiddellijk verregaande consequenties voor de andere twee, zo is mij inmiddels duidelijk geworden.
Het eerste niveau; ons spirituele zijnsniveau
wat ik benoem en onderken is ons spirituele zijnsniveau. Het menselijke Godsbesef. Het is precies dit aspect dat ons mensen menselijk maakt. Het is het minder of meer bewust zijn dat er ergens iets groters is dan wij. Dit aspect van ons wezen behelst onze alomtegenwoordige Goddelijke Geest die ons allen omgeeft en sturing aan het leven geeft. Hetgeen tegelijkertijd onze verbinding met het al en met het heelal is, omdat wij er deel van uitmaken. Vanzelfsprekend mag u dit al of heelal ook de alomtegenwoordige Goddelijkheid noemen. Het staat u volkomen vrij om zulks wel of niet te doen.
Het tweede niveau; ons allerdaagse bestaansniveau
is ons alledaagse, materiële en tastbare aardse bestaansniveau. Oftewel ons lichaam en al wat daarbij hoort. Hetgeen tegelijkertijd onze onlosmakelijke verbinding met onze moeder aarde impliceert. We komen er scheikundig gezien volledig uit voort en gaan er eveneens naar terug. In welke vorm of hoedanigheid dan ook. Op lichamelijk of biologisch niveau gezien, althans. Ook behelst dit tweede niveau onze materiële verbondenheden met de ons omringende tastbare aardse dingen.
Het derde niveau; ons psychologische zijnsniveau
En ten leste is er het derde of psychologische zijnsniveau. De bewuste, onderbewuste en onbewuste sturing van al onze psychosociale eigenschappen. Het is ons wezenskenmerk welke in de eerste plaats de verbinding en omgang met onszelf vanuit onze eigen en hoogstpersoonlijke ervaringen kenmerkt en realiseert. Dit niveau geeft dientengevolge ook onze sociaalmentale eigenschappen weer. Hetgeen in de eerste plaats weer blijkt uit onze omgang met onszelf. En uiteraard ook onze omgang met alle andere mensen en zaken welke we mogen ontmoeten of meemaken. Hieronder versta ik de omgang met andere mensen en alle andere soorten van leven, alsmede de omgang met de gebeurtenissen die ons toevallen. Doch ook de dagelijkse omgang met de levenloze dingen vanuit het tweede niveau valt onder dit niveau.
Inmiddels is mij duidelijk geworden dat de bedoeling van het leven is om zo volkomen mogelijk te leven naar je eigen aard en wezenskenmerken. Hetgeen betekent dat je mag proberen om zo autonoom en authentiek mogelijk te leven in de gemeenschappen welke je zelf verkiest. Het leven draait mijns inziens dus om een zo volledig mogelijke integratie te bereiken van die Goddelijke drie-eenheid die wij allen feitelijk zijn. Daarbij rekening houdend met de gegevenheden zoals intellect, intelligentie, talenten, genetische bepalingen en beperkingen en wat dies meer zij. Een volledige integratie wil zeggen, dat je zo volkomen mogelijk bewust bent van het eigen bestaan op elk van al die verschillende aspecten van jezelf. Hetgeen automatisch impliceert dat je de eerder genoemde gegevenheden maar ook de consequenties van je eigen handelen volledig aanvaardt, om zodoende - al levend - tot diepere inzichten van jezelf te komen. En net daardoor leer je het Goddelijke wezen dat je eveneens bent, werkelijk kennen en doorgronden. Die Goddelijke vonk leeft immers in ons allemaal.
Daar gaat dit boek dus grotendeels over. Het integreren van die drie Goddelijke aspecten van ons mensen. En hoe deze verschillende aspecten elkaar voortdurend onderling beïnvloeden. Een niet-aanvaarding in het ene aspect heeft onherroepelijk gevolgen voor de andere twee aspecten. Zo nauw zijn deze niveaus onderling verweven. Anders gezegd: een afwijzing van een deel van onszelf, geeft onmiddellijk een afwijzing van onszelf als één geheel. En bovendien, we doen het ook nog eens volkomen zelf! Bijvoorbeeld hoe wij onszelf telkens opnieuw door ons niet-bewust zijn op het verkeerde been laten zetten. Of andere mensen op een verkeerd been zetten. Daarom leven we ook op deze aarde! De aarde is immers een leerschool. Om eens eindelijk te kunnen herinneren wie en wat wij zijn. De Goddelijke schepsels die wij allen, stuk voor stuk, ook behoren te zijn!
U mag de in u sluimerende Goddelijke vonk uw eigen groeiende “Christusbewustzijn” noemen, als u dit wilt. Of het sluimerende bewustzijn van uw eigen herinneringen aan uw eigen Goddelijkheid. En dat bewust-zijn werkt volledig door op die genoemde ni-veaus. Dit bewust-zijn is het Goddelijke bewustzijn dat we ons door onze drukke bezigheden veelal helaas niet meer weten te herinneren. Of waar we om precies diezelfde moverende drogredenen veel te weinig bij stil staan in ons dagelijkse gekmakende en jachtige bestaan. Vooral in onze “beschaafde” westerse wereld. Doch om naar dit “Christusbewustzijn” te leren leven, dienen we te beseffen dat dit alles een onlosmakelijk deel van eenieder van ons is. We herinneren het alleen niet meer. Of we drukken het zo ver weg uit ons dagelijkse bewustzijn, tot het volledig uit ons bestaan verdwenen is...
En dan, op een dag, komen de vragen vanuit de diepe zwartheid die we welhaast onherroepelijk tegenkomen, oprijzen...
Dit boek is op een bijzondere wijze ontstaan. Alhoewel ikzelf dat niet als uitermate bijzonder zou willen betitelen. Inspiratie uit een onbekende bron zouden sommige mensen dat noemen. Ik niet. Mijn inspiratie kwam uit die ene en oeroude bron. Zo voelde dat voor mij aan. Die bron zou ikzelf heel vanzelfsprekend Goddelijk willen noemen. Hetgeen geenszins betekent dat God Zelf mijn inspirator was. Echter, een ‘iets’ dwong mij telkens opnieuw om achter de computer plaats te nemen en te schrijven. Vaak tot zeer diep in de nacht bleef ik zitten en schreef. De woorden, zinnen en alinea’s kwamen veelal als bijna vanzelf tot mij. Alsmede de vorm waarin dit boek gegoten is. Eveneens weet ik dat veel boeken over dit soort onderwerpen op deze manier ontstaan zijn. Daarom vind ikzelf dit ook niet zo bijzonder. Het stemt me echter wel uitermate dankbaar, dat ik dit mag doen. Hetgeen overigens, voor mij eens te meer bevestigt dat de overal aanwezige Goddelijkheid nog steeds met en tot ons mensen spreekt.
Doch laat ik niet op de zaak vooruit lopen. Laat ik gewoon bij een stukje van de puzzel beginnen. De geboorte van één van de grootste puzzelstukjes en wonderen die wij als mensheid kennen. Zoals elk leven met een geboorte begint...
Related Products
cd-amohra-pleiadisch-perspectief
In Pleiadisch Perspectief 1 cd ISBN nummer 97 89 07 56 36 123 Uitgeverij Petiet Dit is de werk CD met Nederlandse meditatie voor het Boek "Menselijke evolutie in Pleiadisch perspectief" In Menselijke evolutie wordt de geschiedenis van de mensheid en haar afkomst en wordt de geschiedenis van de mensheid en haar afkomst in een Pleiadisch Perspectief geplaatst…
Meer Infocd-amorha-werkboek
Amorha Quan Ying ISBN 978 907 563 61 16Uitgeverij Petiet Dit zijn de werk CD's met de in het Nederlands ingesproken meditaties van uit prachtige boek Het Pleiadisch werkboek.Hoe activeer ik mijn goddelijke Ka? Het is een liefdevolle les in het openen van de Ka-kanalen, die een energiestroom mogelijk kunnen maken vanuit onze multidimensionale,…
Meer Infocd-workshop-in-het-new-age-centrum
12 cd set Dit zijn live opnamen van de hele workshop die Amorha Quan Ying in 2003 gedaan heeft in het New Age Centrum In Capelle. Ze zijn in het Engels gesproken. Compleet met alle oefeningen e.d We hebben haar in 2001 ontmoet in Mount Shasta (vs) tijdens een meditatie weekend van Dr Joshu David Stone. Ze was een bijzonder persoon met een directe link…
Meer Info